Tuesday, June 21, 2016

EU countries tackle tax avoidance

The 28 EU member countries have reached an agreement on a package of measures against tax avoidance. The agreement became definitive last night after the EU ministers of finance reached an agreement last Friday.

The package restricts interest deduction and introduces a levy to prevent that untaxed activities can be transferred to a country with a lower tax rate. It also includes a general anti-abuse clause. Another measure prevents the transfer of passive income to a daughter company with a lower tax rate. Furthermore it also addresses shopping between different fiscal systems.
The package follows earlier OECD agreements and a plan presented by the European Commission at the end of januari. This agreement follows almost five months later. Minister Dijsselbloem, chairman of the council of finance ministers: "The struggle against tax avoidance was one of the subjects at the top of our agenda this half year. It was not easy because the interests and opinion differences were large. But we succeeded in making agreements that me and my 27 colleagues will now transform into legislation in our own countries."
According to the minister it is important for the EU to lead the struggle against tax fraud and tax avoidance. "Large companies honestly paying taxes is crucial for the willingness of citizens to contribute their share as well. Revelations such as LuxLeaks and Panama Papers have hurt citizens' confidence in a fair tax system. I hope that confidence will return now we are closing escape routes for internationally operating companies."
Below the main points from the European tax avoidance guideline:
Limiting interest deduction
Companies can deduct interest over loans from their profit. Large, often internationally operating companies can loan internally which enables them to deduct interest in countries with a high interest rate and let it end up in a country with a low tax rate.
The proposed limitation ensures that companies can deduct a maximum of 30 percent of their gross profit in interest from their profit starting 1 januari 2019. This measure tackles tax base erosion.
Exit levy
The measure ensures that a company can not move its assets to another country untaxed. When moving a company or business (or an intellectual property) a tax must be paid over the value the company has created in the country it leaves, so the value is taxed where it is created.
This ensures that when a company creates an asset and moves it to a low tax haven, tax will need to be paid over the unrealized profits. Example: a pharmaceutical company develops a new medicine in country A and deducts all the cost there. Then before launching the medicine on the market the rights are moved to country B. The exit levy ensures that country A must tax the value created at the moment of transfer.
General abuse prevention measure
The general abuse prevention measure prevents the creation of artificial constructions which have as main purpose to avoid taxation. When international companies use artificial constructions to lower their tax base or transfer profits a member state can use the abuse prevention measure to look through the construction. The measure should prevent abuse where other measures do not apply.
CFC measure
This measure is aimed at controlled foreign companies (CFCs). It prevents movement of passive income to a daughter company in a low tax country. When a company moves capital or intellectual property to a low tax country the mother company must pull the profits from this capital to itself. As a result the member state of the mother company may tax this profit at their tax rate.
Hybrid mismatches
As a result of differences in tax systems countries can have different opinions on the fiscal treatment of a company or loan. This creates the risk that companies can use a double tax deduction or interest or yield is not taxed while the corresponding transfer can be tax deductible. This measure addresses when EU member state allow or refuse such deductions.
The EU member states have asked the European Commission to come up with a proposal by October 2016 to solve this problem for money transfers from and to countries outside the EU in line with tax avoidance measures discussed within the OECD.

Monday, June 20, 2016

EU landen pakken belastingontwijking aan

De 28 landen van de Europese Unie hebben een akkoord bereikt over een pakket maatregelen tegen belastingontwijking. Het akkoord werd afgelopen nacht definitief, nadat de EU-ministers van Financiën het vrijdag al onder voorbehoud eens waren geworden. Het voorbehoud liep vannacht af.

In het pakket maatregelen wordt de renteaftrek beperkt en komt er een heffing zodat activiteiten waarover nog geen belasting is betaald, niet onbelast kunnen worden verplaatst naar een land met een lager belastingtarief. Ook wordt een algemene anti-misbruikbepaling tegen kunstmatige constructies ingesteld. Een andere maatregel voorkomt dat bedrijven het zogeheten passief inkomen verplaatsen naar een dochterbedrijf in een land met een lager belastingtarief. Verder wordt het shoppen tussen verschillende belastingstelsels aangepakt.
Het pakket maatregelen komt voort uit eerdere afspraken in OESO-verband en een eind januari door de Europese Commissie gepresenteerd plan. Nog geen vijf maanden later ligt er nu een akkoord. Minister Jeroen Dijsselbloem, voorzitter van de Raad van ministers van Financiën: ,,De strijd tegen belastingontwijking was een van de onderwerpen bovenaan onze agenda dit halfjaar. Het was niet eenvoudig want de belangen en meningsverschillen waren groot. Maar we zijn er in geslaagd afspraken te maken, die mijn 27 collega’s en ik nu eigen land gaan omzetten in wetgeving.’’
Volgens de minister is het belangrijk dat de EU voorop loopt in de strijd tegen belastingfraude en belastingontwijking. ,,Dat grote bedrijven eerlijk hun belasting betalen is cruciaal voor de bereidheid bij burgers om ook hun deel bij te dragen. Onthullingen als LuxLeaks en Panama Papers hebben het vertrouwen bij burgers in een eerlijk belastingsysteem geen goed gedaan. Ik hoop dat het vertrouwen terugkeert nu we de ontsnappingsroutes voor internationaal opererende bedrijven aan het afsluiten zijn.’’
Hieronder de belangrijkste punten uit de aangenomen Europese anti-belastingontwijking richtlijn:
Renteaftrekbeperking: Bedrijven mogen de rente die zij betalen over leningen aftrekken van de winst. Grote, vaak internationaal opererende bedrijven kunnen interne leningen verstrekken en daardoor de rente op leningen aftrekken in een land met een hoog belastingtarief en de rentebaten laten neerslaan in een land met een laag belastingtarief.
De voorgestelde renteaftrekbeperking zorgt ervoor dat bedrijven maximaal 30 procent van hun brutowinst aan rente mogen aftrekken van de winst. Deze maatregel gaat het uithollen van de belastinggrondslag tegen.
Exitheffing: De maatregel zorgt ervoor dat een bedrijf zijn activa niet onbelast kan verplaatsen naar een ander land. Bij verplaatsing van een bedrijf of bedrijfsonderdeel (of een intellectueel eigendom) moet belasting worden betaald over de waarde die het bedrijf heeft opgebouwd in het land waaruit het vertrekt, zodat de winst belast wordt waar de waarde is gecreëerd. Dit voorkomt dat een bedrijf goederen of diensten na de ontwikkelingsfase verplaatst naar een laag belast land zonder dat over de niet-gerealiseerde winsten wordt ‘afgerekend’. Bijvoorbeeld: een farmaceutisch bedrijf ontwikkelt een nieuw medicijn in land A en trekt alle kosten daar af. Vervolgens worden de rechten op het medicijn vlak voor het op de markt gebracht wordt, verplaatst naar land B. De exitheffing regelt dat land A verplicht is belasting te heffen over de in land A gecreëerde waarde, op het moment van de overdracht.
De algemene anti-misbruikbepaling: is een extra slot op de deur dat voorkomt dat belastingplichtigen kunstmatige constructies opzetten met als voornaamste doel om belasting te ontwijken. Als blijkt dat internationale bedrijven met kunstmatige constructies de belastinggrondslag uithollen of winsten verschuiven, dan kan een lidstaat door middel van de algemene antimisbruikbepaling zorgen dat er door de constructie heen wordt gekeken. De antimisbruikbepaling moet er voor zorgen dat misbruik onmogelijk wordt, ook als CFC en switch over niet van toepassing zijn.
De CFC-maatregel: voorkomt dat bedrijven passief inkomen verplaatsen naar een dochterbedrijf in een land met een laag belastingtarief. Als blijkt dat een bedrijf vermogen (of intellectueel eigendom) parkeert in een land met een laag belastingtarief moet de lidstaat van het moederbedrijf de winst uit dit vermogen naar zich toetrekken.
Deze maatregel voorkomt dat bijvoorbeeld het intellectueel eigendom van een product wordt verplaatst naar een land met een laag belastingtarief. In dat geval mag de lidstaat van het moederbedrijf deze winst belasten tegen het eigen belastingtarief.
Hybride mismatches: Door verschillen tussen belastingstelsels kan het gebeuren dat landen verschillend oordelen over de fiscale behandeling van een bedrijf of een lening. Hierdoor ontstaat de kans dat bedrijven dubbel gebruik kunnen maken van belastingaftrek of dat ze over ontvangen rente of een opbrengst geen belasting betalen terwijl elders over de betaling die ertegenover staat een aftrek plaatsvindt. Met deze maatregel wordt dit probleem binnen de EU aangepakt in de vorm van afspraken welke lidstaat aftrek moet toestaan of juist moet weigeren.
De lidstaten hebben verder de Europese Commissie gevraagd om in oktober 2016 met voorstellen komt om dit probleem ook op te lossen voor geldstromen van en naar landen buiten de Europese Unie in lijn met de in de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) besproken maatregelen tegen belastingontwijking.

Thursday, June 16, 2016

Will Brexit revive EFTA?

23 June will tell us whether the UK will choose to leave the EU. Such a Brexit would likely lead to the UK rejoining EFTA, which it had left in 1973 to join the EEC, the precursor to the EU. The EFTA still survives today, but is overshadowed by the EU.

After a positive referendum outcome the UK will need to renegotiate its agreements with its trading partners. The easiest and least painful way for all involved is for the UK to simply rejoin EFTA. Access to the European Economic Area (EEA) is restricted to EFTA and EU members and as such joining EFTA would be the only way for the UK to remain in the EEA. Such would allow a smooth transition for both the UK and its trading partners.

Consequently this move could shift EFTA out of the EUs shadow. More states aspiring to gain access to the EEA could attempt to join EFTA. This idea has already been discussed with respect to a number of countries, including Turkey, Morocco and Israel. With the UK joining EFTA it would be much more attractive for these countries to join EFTA.

As the EU seems to be in shambles, new member admission has been halted. That may lead potential EU members to join EFTA, especially since EFTA membership would not hinder countries from joining the EU at a later point in time. Such countries include Bosnia, Serbia and Montenegro. Finally as Moldova and Ukraine are trying to tie closer relations to the EU they may consider the EFTA road to the EEA as well.

Further growth for EFTA could come as the EU might continue to dissolve. With one of its net-contributors leaving, other countries would have to bear more of the weight of the EU on their shoulders. Countries like the Netherlands, Finland, Denmark, Germany and Austria can simply decide that enough is enough and leave the ship before it sinks. This may be especially true if it turns out that the UK leaving the EU will not be as disastrous for the UK as some politicians would like us to think.

Wednesday, September 16, 2015

WBSO 2016

Op Prinsjesdag is het Belastingplan voor 2016 gepresenteerd. In het Belastingplan staan onder andere de wijzigingen voor de WBSO in 2016.
De belangrijkste wijziging is dat de fiscale innovatie instrumenten S&O-afdrachtvermindering (WBSO) en de Research & Development Aftrek (RDA) worden samengevoegd tot één instrument met de naam WBSO. Hiermee stimuleert het ministerie van Economische Zaken innovatie door Nederlandse bedrijven. Het ministerie stelt in 2016 € 1.143 miljoen beschikbaar.

In 2016 kunnen bedrijven voor R&D-kosten (zowel voor loonkosten als andere kosten en uitgaven) fiscaal voordeel aanvragen bij de RVO via de WBSO. Voor loonkosten (nu WBSO) en overige R&D-kosten en -uitgaven (nu RDA) gelden dan dezelfde voordeelpercentages.

Het totale fiscale voordeel in de beschikking kunnen ondernemers volgend jaar via de loonheffing verrekenen. De RDA werd voorheen verrekend met de winstbelasting. Dit biedt bedrijven meer zekerheid over het exacte fiscale voordeel en de mogelijkheden om dit voordeel te benutten.

Voor ZZP-ers die minimaal 500 R&D-uren (in de WBSO bekend als speur- en ontwikkelings- of S&O-uren) per jaar maken, is er een vaste aftrek.
Belangrijkste wijzigingen
  • Keuze: forfait of werkelijke kosten en uitgaven
    Bij het aanvragen van WBSO voor kosten en uitgaven voor het uitvoeren van een eigen S&O-project hebben bedrijven de keuze tussen een forfaitair bedrag of het daadwerkelijke bedrag aan kosten en uitgaven. De keuze die bij de eerste WBSO-aanvraag voor 2016 wordt gemaakt, geldt voor het gehele kalenderjaar.
  • Nog maar 2 soorten projecten
    Bedrijven en zelfstandigen kunnen in 2016 WBSO aanvragen voor 2 soorten projecten: technisch-wetenschappelijk onderzoek en de ontwikkeling van technisch nieuwe fysieke producten, fysieke productieprocessen of programmatuur. Voor het uitvoeren van een analyse van de technische haalbaarheid of technisch onderzoek kunt u in 2016 geen WBSO meer aanvragen.  
  • Voordeelpercentages en -bedragen
    Het WBSO-voordeel (de zogenoemde S&O-afdrachtvermindering) wordt per 2016 berekend over het totaal aan S&O-loonkosten, plus de overige kosten en uitgaven (of het forfaitaire bedrag voor kosten en uitgaven). Er gelden in 2016 twee schijven met een verschillend voordeelpercentage voor bedrijven: de eerste schijf wordt maximaal € 350.000 (was € 250.000) tegen een percentage van 32% (35%), de tweede schijf heeft in 2016 geen plafond meer en een percentage van 16% (14% tot € 14 miljoen). Voor starters wordt het tarief van de eerste schijf 40% (was 50%).
  • Voor zelfstandig ondernemers (o.m. ZZP-ers) die minimaal 500 S&O-uren per jaar maken, is er een vaste aftrek van € 12.484 (was € 12.421) met een extra aftrek voor starters van € 6.245 (was € 6.213).
Bovengenoemde wijzigingen gelden voor WBSO-aanvragen voor het jaar 2016 onder voorbehoud van goedkeuring van het Belastingplan 2016 door de Tweede Kamer.

Thursday, July 16, 2015

Enzyme breaks down aromatic compounds

Scientists of the Freiburg University have discovered how bacteria break down aromatic compounds in anaerobic conditions. The bacteria use an enzyme which contains a tungsten atom (dark red) to destabilize an aromatic ring (green).
Tungsten is the heaviest metal with a biological function.
Because aromatic compounds are very common in nature, it is important to know how they are recycled in the carbon cycle. This is especially the case since crude oil contains such compounds which are hard to break down and often toxic and carcinogenic.

How bacteria break down aromatic compounds in environments without oxygen was however unknown until now. Such environments can be river and lake sediments, contaminated ground water or biogas installations. Knowing tungsten's key role may enable addition of tungsten(compounds) to help bacteria break down aromatic contamination, or increase energy production in biogas installations. Also tungsten containing biocatalysts may be developed that can be used to produce specific compounds out of aromatic compounds that currently can only be produced using toxic substances.

Enzym verbreekt aromatische verbindingen

Wetenschappers van de Universiteit Freiburg hebben het enzym ontdekt waarmee bacteriën benzeenringen zonder zuurstof afbreken. Benzeenringen, die kenmerkend zijn voor zogenaamde aromatische verbindingen, zijn zeer stabiele verbindingen die moeilijk biologisch afbreekbaar zijn.

De Freiburgse onderzoeksgroep laat in een artikel in "Nature Chemical Biology" zien hoe in een reactie met een enzym met een wolfraamatoom (donkerrood) in het actieve centrum een aromatische ring wordt gedestabiliseerd.

Wolfraam is het zwaarste metaal met een biologische functie. Omdat benzeenringen in de natuur veel voorkomen, is het van groot belang hoe deze structuren in de wereldwijde koolstofcyclus worden gerecycled. Dat geldt met name omdat aardolie veel benzeenverbindingen bevat, die vaak giftig en kankerverwekkend zijn.

Aromatische benzeenringen worden vooral in houtplanten gevormd en verspreiden een karakteristiek aroma. Al lange tijd is bekend dat zuurstofminnende bacteriën deze ringen met behulp van zuu
rstof afbreken. Hoe bacteriën dit in een omgeving zonder zuurstof doen was echter niet bekend. Denk daarbij aan sedimenten van meren en rivieren, vervuild grondwater, of biogasinstallaties.


Nu we weten welke cruciale rol wolfraam speelt, biedt dit interessante toepassingsmogelijkheden. Toevoeging van wolfraam of wolfraamverbindingen kan mogelijk helpen bij de afbraak van bodemverontreiniging, of kan mogelijk de opbrengst van biogasinstallaties verhogen. Mogelijk kunnen ook biokatalysatoren worden ontwikkeld die in biotechnologische processen aromaten omzetten in specifieke verbindingen, die anders alleen met toepassing van zeer giftige substanties te maken zijn.

Monday, April 20, 2015

Wiebes komt met alternatief voor VAR en BGL

Staatssecretaris Wiebes van Financiën Wiebes heeft vandaag in een brief aan de Tweede Kamer geschreven dat hij een alternatief wil invoeren voor de Beschikking geen loonheffing (BGL). De BGL was voorgesteld als vervanger voor de VAR die de relatie tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers regelt. De BGL werd bekritiseerd en het wetsvoorstel invoering BGL zal nu worden aangepast.

Het alternatief voor de BGL is tot stand gekomen na  overleg met vakbonden, zzp-organisaties en werkgeversorganisaties. In het alternatief beoordeelt de Belastingdienst arbeidsrelaties door verschillende overeenkomsten tot opdracht te beoordelen. 

Belangenorganisaties van werkgevers en werknemers, maar ook individuele werkgevers en werknemers kunnen hun overeenkomsten voorleggen aan de Belastingdienst. Overeenkomsten van belangenorganisaties zullen openbaar worden gemaakt, zodat deze als modelovereenkomst door verschillende organisaties kunnen worden gebruikt.

Het gebruik van modelovereenkomsten geeft dezelfde rechtszekerheid als met de BGL de bedoeling was. Opdrachtgevers worden mede aansprakelijk als niet volgens de modelovereenkomst wordt gewerkt. Dit was ook de opzet van de BGL.

Opdrachtnemers blijven er binnen deze systematiek voor verantwoordelijk dat zij fiscaal actief zijn als ondernemer. Zij hoeven straks geen VAR meer aan te vragen, of zoals bij de BGL de bedoeling was een online vragenlijst in te vullen.

De staatssecretaris streeft naar invoering per 1 januari 2016. Tot die tijd blijft de huidige VAR-systematiek gehandhaafd.