Volgens
professor en activist Jan Rotmans zijn er fundamentele veranderingen
gaande in de economie en samenleving die elkaar in dezelfde richting
lijken te versterken. 'Nederland moet kantelen', is de stelling van Rotmans. Het moet snel anders op
het gebied van duurzaamheid, in het onderwijs en de gezondheidszorg.
Rotmans
ziet dingen veranderen, maar hij lijkt niet te kunnen aan geven wat
er precies aan de hand is. Waarom verandert de maatschappij en waar
gaat het heen? Vanuit een meer technologisch perspectief kijk ik in
dit artikel naar twee verschillende ontwikkelingen en kijk ik naar de
toekomst.
Ik
identificeer twee belangrijke ontwikkelingen die deels ook door
elkaar heen lopen:
-
verduurzaming
-
totstandkoming van een netwerkmaatschappij
Verduurzaming
Op de
lange termijn is verduurzaming van de samenleving onafwendbaar: je
kunt niet duurzaam onduurzame technologie gebruiken. Dus moeten we
toe naar duurzame energie en hergebruik van grondstoffen.
Verduurzaming is niet zo zeer gedreven door technologie (push), maar
door een maatschappelijke behoefte (pull).
Hoe de
verduurzaming verder verloopt is vooral een maatschappelijke
discussie. De vraag is vooral: wat willen we en wat hebben we er voor
over. Hoe urgent verduurzaming werkelijk is weten we eigenlijk nog
niet. We weten niet precies wat de invloed van ons handelen is op het
klimaat, of hoe lang we met bepaalde grondstoffen vooruit kunnen.
Vandaar dat het lastig te voorspellen is, hoe de ontwikkelingen
verder lopen. Ook de technologische ontwikkelingen die bepalen wat
verduurzaming ons gaat kosten zijn nog onzeker.
Netwerkmaatschappij
Bij de
maatschappelijke veranderingen, die tegelijkertijd optreden, is de achterliggende oorzaak heel anders. We zien een
tegenbeweging opkomen tegen de individualisering, die in samenhang
met ons kapitalistische systeem heeft gezorgd voor een nogal kille,
onpersoonlijke samenleving. Mensen zijn sociale wezens. Er is
duidelijk behoefte aan een socialere manier van samenleven en -werken.
De
behoefte aan een sociale samenleving is echter van alle tijden. Het
is mijn inschatting dat het vooral nieuwe ontwikkelingen op het
gebied van informatie- en communicatietechnologie zijn, die het
mogelijk maakt dat er een netwerkmaatschappij ontstaat, waarbij
mensen samenwerken en samenleven in netwerken. De politiek probeert
bij deze ontwikkeling aan te haken met de introductie van het begrip
participatiemaatschappij.
Nieuwe
ICT hulpmiddelen maken nieuwe manieren van werken mogelijk. Waren we
vroeger afhankelijk van managers die informatie verzamelden en
anlyseerden om zo overzicht te krijgen over de situatie en aan de
hand daar van bij te sturen, met goede ICT hulpmiddelen beschikken we
zelf over de juiste informatie, kunnen we zelf communiceren met ons
netwerk, kunnen we zelf onze planning bewaken en onszelf bijsturen.
De manager wordt overbodig.
Vroeger
gebruikten we als individu een office pakket op een personal
computer. De netwerkbeheerder bepaalde wie bij welke bestanden kon. Nu gaan we ons eigen netwerk beheren. Dat gaat verder dan alleen een sociaal netwerk: we gaan werken in de cloud; we bepalen zelf welke informatie we met wie delen, met wie we aan bepaalde documenten (bijvoorbeeld een planning) samenwerken en zo voorts. Er komen steeds meer tools om ons eigen netwerk te beheren, om met groepen te communiceren en online samen te werken.
Ook in
de personele sfeer zien we dat dit soort netwerkapplicaties opkomen.
Denk alleen maar aan de opkomst van sociale media.
De
onderliggende ICT technologie is volgens mij nog lang niet af. Er is
nog geen complete ICT toolset (vergelijkbaar met het office pakket)
voor samenwerken en -leven in netwerken. Hoe dat er precies uit gaat
zien is nog onduidelijk, maar we zien steeds meer applicaties opkomen
die daar in de toekomst deel van gaan uitmaken.
No comments:
Post a Comment